De oude man zat op straat
Op de keiharde koude stoep
Een gevaarlijk plekje
aan het randje van het verkeer
midden in de stad
Maar dat deerde hem niet
Hij was moe en moest zitten
hij had honger en koud
Dood gaan zou hij toch
of in een bed of in het verkeer
het deerde hem niet
Hij had zich al zoveel verplaatst
Overal om hem heen was beton en straatstenen
Auto’s, vrachtwagens sjeesden voorbij
Ambulances, taxi’s, politieauto’s en nog veel meer
Hij moest oppassen niet overreden te worden
Hij voelde alsof het leven alleen maar bestaat uit bewegingen
Het stonk naar uitlaatgassen
het regenwater uit de goot spetterde op hem
Hij keek voor zich uit, zeg maar staarde
Zijn eigen wereldje, die was van hem
Hij had afgeleerd mee te gaan in de beweging
hij had geleerd dat we uiteindelijk toch allemaal weer stilstaan
Hij had een mooi leven achter zich
en wist niet of hij nu ook nog een mooi leven had
Elke keer 1 seconde, kon hij tussen het stinkende snelle verkeer doorkijken
en kwam er een blikveld, 20 meter verder
En aan het einde van, tussen al die bewegingen door
Zag hij een Margriet staan
In de berm
Op een klein stukje aarde
Dat zo’n Margriet kans heeft om daar te groeien, dacht hij
Het zou gemaaid, geplukt kunnen worden, bespoten met gif, of worden vertrapt
Wat heeft het nodig om te overleven
Aarde, water, zon, zuurstof
Haast ondenkbaar dat de Margriet er nog staat
is het geluk of toeval
En terwijl hij keek
en keek
en keek
en er al weer duizenden auto’s en seconden waren gepasseerd
ambulances, politieauto’s en taxi’s
die reden van a naar b
en weer van b naar a
vol van ongeluk-risico’s
bewoog de Margriet
het zwaaide gladieus naar hem
naar wie anders
de Margriet, die zich niet kon verplaatsen
en zelfs dat was nog maar de vraag
hoe kwam die Margriet daar immers
En de oude man kreeg tranen
Hij keek terug in zijn verleden
Wat had hij allemaal nodig gehad om zo te worden zoals hij nu was
Liefde, voeding, gezondheid, warmte enzovoort
Hij keek weer naar de Margriet
en besefte ineens dat de Margriet
los van alle gevaren om zich heen
evengoed een mooie Margriet was geworden
hij was tevreden
Immers hij was niets anders dan de doel van de Margriet
groeien, blijven, en je doel nastreven
Hij vroeg zich af
Is de Margriet nu minder mooi, doordat het bloot staat aan alle gevaren
en alleen staat in een gevaarlijke onnatuurlijke omgeving
Of is de Margriet evengoed een mooie Margriet
omdat het de eerste Margriet is en er daarna nog honderden zullen kunnen groeien
honderden Margrieten zullen samen een mooiere omgeving maken
immers
als er één Margriet kan groeien, kunnen er ook meerdere groeien
De oude man liet zijn hoofd zakken
en dacht weer over zichzelf na
Hij had al zoveel meegemaakt
Stond hij nu aan het einde van al het moois
waarvoor hij zo in zijn leven had gestreden
of was dit einde het begin van iets moois en groots
want
misschien was hij wel de enigste
die zo over dingen dacht
maar na hem zouden er nog velen kunnen volgen
Hij dacht
elk begin heeft een einde in zich
elk einde heeft een begin in zich
een begin en einde bestaat niet
en iedere bloem, materie, gevoel,
heeft iets moois in zich los van de omgeving
het is een kwestie van kijken naar perspectief
het doel zit niet in de omgeving
maar in het “iets” zelf
Ger Broeder
28 december 1994, 20:05 uur